Dag 14 Ulan Batar naar de Gobie woestijn

18 juli 2015 - Dalanzadgad, Mongolië

Vanmorgen na het onbijt stond ik te wachten.bij de receptie van het hotel, te wachten tot ik opgehaald zou worden om naar de Gobi af te reizen. Het regent behoorlijk hard en heb nog niemand gezien, ook geen Belgen. Als ik buiten kijk zie ik wel een communistisch oud Russisch busje staan die ik nog niet eerder heb gezien. Er komt een vrouw naar me toe of ik "R. Post ben. Nee, maar ik weet wel waar diegene is. Het gaat om Remco, die kan de vrouw niet kan vinden. Die zit niet in een hotel, maar in een hostel een stuk verderop, zeg ik tegen haar en weg is ze.
Ik zie beweging in het andere pand van het hotel waar de Belgen naar buiten komen in de stromende regen. Met zo te zien iemand die hun oppikt. Daar moet ik me dan ook bij aansluiten denk ik.
En inderdaad het Russische busje wordt gewenkt en komt naar voren rijden.
Fantastisch, we gaan met een oud aftands busje de Gobi in. Ik had het al gehoopt toen ik het busje zag staan.
Ik trek mijn spullen uit de lobby en beweeg me richting busje waar de twee Belgen een beetje beteuterd staan te kijken.
"Ik dacht dat we een jeep kregen zegt de Belgische dame in het niets.
Is toch leuk zo'n oude auto zeg ik tegen haar maar haar lichaamstaal laat me weten van niet. Omdat het regent begint het in de auto wat te lekken en ik wordt vrolijker. Het gezicht van onze dame wordt steeds minder blij. De dame heet Anne Katerien en de jongen heet Bart blijkt later.
Het riool van Ulan Batar is niet de beste in de wereld en als het regent zoals nu kan die het regenwater niet verwerken met als gevolg enorme plassen. Dat samen met de ochtendspits en je hebt files overal waar je kijkt. AnneKat zucht steeds meer en meer en ik wordt steeds enthousiaster. We gaan nog even langs de bank voor cash want in de Gobi kennen ze geen pinautomaten.
De chauffeur is een man van vijfenzestig en heet Basca. De vrouw die als gids meegaat is Nadia, negentien jaar oud. Ze zit nog op school en is moeilijk te verstaan. Basca spreekt geen woord Engels maar is wel erg aardig. En dat aangevuld met twee Belgen (vooral AnnaKat)die zitten te "zagen" dan is het een mooie formule voor een top week. In iedergeval om te schrijven. Als we Ulan Batar uit zijn geworsteld krijgen we nog wat buitenwijken waar we het eerste benzinestation aandoen om de tank te vullen. Ik moet plassen en loop het kantoortje in waar op dat moment een medewerker zich zit te scheren en de ander ligt op de bank, in een niet al te charmante houding. Ik zie dat ze een toilet hebben en vraag of ik die kan gebruiken. Helaas die is kapot maar ze hebben buiten nog wel een wc. Ze geven me een sleutel mee van het slot en wijzen me de weg naar een hokje midden op een grasveld.
Ik loop ernaar toe en de stank komt me al tegemoet. Het is in iedergeval de wc, dat is duidelijk. Ik haal het slot eraf en trek de deur open. Ik zie een houten vloer met één plank missend in het midden. Als ik in het gat kijk zie ik een diepe put van drie meter waar je op de uitwerpselen van jaren teneerkijkt. Franse toiletten zijn wat, maar dit slaat alles. Snel plassen en uit dat ranzige hok.
Sleutel ingeleverd en mijn complimenten gegeven voor de uitstekende sanitaire voorzieningen. Ze konden er in iedergeval om lachen.
Als we net tien minuten onderweg zijn moeten we weer een stop maken bij een supermarkt om water te halen. Kat begint nu al te zeuren waarom we met dit voertuig de woestijn in moeten in plaats van een jeep. Nadia drukt haar op het hart dat dit een perfect voertuig is voor de Gobi. Verder commentaar heeft ze niet behalve een zucht. Bart zit erbij met een houding die aangeeft dat hij er ook niet zo van houdt dat zijn vrouw zeurt, maar ja ik ben ermee getrouwd en heb niet veel te zeggen.
Weer onderweg met water en lokale snacks gaan we al snel van de bewoonde wereld uit. Die snacks zijn een soort smakeloos kaasblokje en een ranzige, naar geit smakende vet substantie, die ik half uit het raam heb gekieperd. Ik probeer alles, maar als ik moet kokhalzen dan gaat het me te ver.
Bart en Miss Kat pakken niets en ik vraag me af of ze wel op de juiste reis zitten.
De omgeving is prachtig, heuvels begroeit met gras en geen boom te vinden. Het stikt er van de paarden, schapen en geiten.
Na anderhalfuur heeft miss Kat haar ogen al gesloten en in slaap te vallen.
Volgens mij heeft ze zich overgeven aan het lot.
Rond het middaguur pakken we een wegrestaurant, nou ja wat ervoor door moet. Een paar gertenten bij elkaar met wat losse schuurtjes en weer zo'n prachtige sanitaire voorziening.
Helaas, ik moet weer en het is dezelfde ervaring als de eerste.
Nadia heeft al gezegd dat er veel vlees wordt gegeten en gevraagd of we dingen niet lusten.
Zolang ik geen geit hoef te eten wil ik alles eten of in iedergeval proberen zeg ik tegen haar. Geit smaakt hetzelfde als dat hij ruikt,
een zeer extreme smaak die me veel te veel aan het dier doet denken.
Wat we wel krijgen is een raadsel. In iedergeval noodles maar het vlees is taai en droog. Wat het voor soort vlees is weten we niet en ik wil het eigenlijk ook niet weten. Na de lunch rijden we nog een uur en dan begint de Gobi echt.
Duidelijk te zien aan het plotseling veranderende landschap zoals in de trein naar Mongolië.
Wat een vlaktes en wat een uitzicht met prachtige wolkenpartijen in deze dore omgeving.
Voor het eerste zien we een kudde kamelen op een heuvel staan. De chauffeur heeft oog voor dieren want die wijst ons ook op roofvogels die een dood dier aan het verorberen zijn. Helaas kun je daar geen mooie foto's van maken zonder een enorme telelens. Miss Kat was even wakker toen we enthousiast "kamelen" riepen maar is inmiddels alweer in slaap gevallen. Bart is wel ok, al is een gesprek met meer dan alleen ja, nee of wat zeg je, niet echt te voeren met hem, maar goed de week duurt nog lang. We slaan af bij een dorpje om een gravelroad op te gaan die ons het binnenland inbrengt. Meer dan een karrespoor is het niet en het stikt van de stenen overal. Basca weet waar hij mee bezig is en manoeuvreerd de oude Stallin bak soepel door het landschap. In de verte doemt een enorme rotspartij op en we rijden al schuddend en heen en weer slingerend in die richting. Het lijkt wel door mensen gestapeld zo liggen de rotsen op elkaar. We komen bij een stop aan waar een grot moet zijn. Na 50 meter zien we een gat in de rots wat niet meer voorsteld dan een zwijnenhol van achtien meter diep . Kunnen we er in? Nadia verteld dat je er een paar meter in kunt en dan houd het op.
Niet echt interessant zo'n gat maar de omgeving wel en ik ga rondkijken op de rotsen. Wat een leegte en vooral ook wat een stilte. Er liggen overal hoopjes stenen opgestapeld dat weldegelijk door mensen is gedaan en vraag aan Nadia als ik terug ben bij de bus wat het heeft te betekenen.
Het schijnt met sjamanisme te maken te hebben en iedereen kan zo'n stapel beginnen of stenen bij een bestaande stapel leggen. Even later zitten we weer in de bus en rijden we een vijfhonderd meter om een vervallen nederzettingkje te belijken, waar de voorouders van Nadia hebben gewoond die monnik was. Het eerste wat miss Kat ziet is een bordje 3km en vraagt gelijk in paniek aan Nadia of dat klopt " Nee dat is ergens anders voor, stelt Nadia haar gerust". Ik wordt zo ontzettend moe van dat mens, dat ik denk dat ik nog wel en woordenwisseling ga krijgen met haar deze week
Tja, het is niet bijster interessant wat we te zien krijgen maar de gedachte dat de voorouders van Nadia er hebben gewoond geeft een extra dimensie.
Ook daar zijn we vrij snel uitgekeken en rijden nog een keer vijfhonderd meter om uit te stappen bij een klein gaatje in de rots waar water inzit met helende kracht, zo schijnt. Je moet het in je ogen wrijven voor een heldere blik. Bart en ik doen dat en miss Kat heeft lenzen in dus die slaat af. Zucht, "Ik heb ook lenzen in!...." roep ik tegen haar maar ze reageert er niet op.
Ik denk niet dat ik hele grote vrienden met dit stelletje ga worden. Mede doordat ze elke keer maar een beetje doelloos rondlopen bij dingen die Nadia laat zien. Ik vraag best wat dingen aan Nadia ook al is ze slecht te verstaan maar uiteindelijk krijg je wel wat meer informatie. Wat eigenlijk niet de bedoeling is natuurlijk om je verhaal uit de gids te moeten trekken. Maar goed, de Belgen vragen helemaal niets en komen dan naar mij toe of ze nog wat had te vertellen....Aaahhh!!!!! Trek je Belgische bek dan open tegen haar, en loop niet met zo'n afwachtende houding rond, als je vragen hebt of meer informatie wilt.
Vermoeiend om met zulke figuren op pad te zijn.
Sorry, maar dat moest ik even kwijt.

Als we ons pad vervolgen is het nog en kilometer of vijfentwintig tot het gerkamp.
Na veel gehobbel en geslinger komen we bij een vooropgezet kamp aan dat er puur staat voor toeristen die door de Gobo aan het touren zijn. Het is een gertenten camping met een klein restaurant erbij waar jezelfs bier kan kopen. Douches en normale toiletten zijn er ook dus niks meer of minder dan een camping in de Gobi.
Ik had het me iets primitiever voorgesteld maar dat schijnt morgen te gebeuren.
We drinken een aantal flessen bier en wachten tot we kunnen gaan eten. Ik heb een gertent voor mezelf dus dat is wel een luxe. Hij ziet vrij simpel uit met alleen een bed en een tafeltje
Klokslag zeven uur schuiven we aan tafel om ons te verschansen aan twee kippenpoten met pasta. Het is redelijk eten en het vult. Tenminste was duidelijk wat het voor soort vlees was.
Iedereen híer op het kamp gaat vrij vroeg slapen en ik besluit de vlakte een stuk op te lopen naar een heuvel om daar de zonsondergang te bekijken.
Om half tien zakt hij achter de Gobie heuvels en kleurt de lucht rood. Ik loop terug om mijn tanden te gaan poetsen en mijn ger op te gaan zoeken in deze enorme leegte en stilte.
Indrukwekkende eerste dag in de Gobi

Welterusten vanuit een gertent.

3 Reacties

  1. Jve:
    18 juli 2015
    Belgen....ach....ze ontploft toch na een paar dagen...die gaat echt niet in een gat poepen.
  2. Rein:
    18 juli 2015
    Alleee. Veel plezier in de zandbak :)
  3. Richard:
    18 juli 2015
    Hoi Gerben, hoe verteer je de reis tot nu toe?
    Ben je al uit je comfort zone geweest?